begin november verschijnt
DE WIEG
Reisleider langs verschoven idealen
Stephan Steimetz
AMB: Diemen, 2017
(ISBN 97890 79700 89 9, 197 pp., ruim geïllustreerd, paperback, , € 22,50)
(zie ook
www.dewieg.nl )
--
Een simpel gegeven: een verliefd stel krijgt alvast een wieg van een vriend. Een paar jaar later mag een collega op kantoor de wieg lenen en daarna ook familie en vrienden. Ruim zestig jaar doet de wieg nu al dienst en tot nu toe hebben er 46 baby’s in gelegen, met als tragische noot dat het eerste stel kinderloos bleef.
Maar: het stel waren twee jonge communisten die boven boekhandel Pegasus in de Leidsestraat in Amsterdam woonden en werkten. De baby’s die er sinds 1959 in gelegen hebben, waren merendeels kinderen (van kinderen) van kameraden in de partij.
Met de wieg als reisleider vertelt Stephan Steinmetz het verhaal van ouders en hun idealen, van kinderen en hun dromen, gezien vanuit de huiskamers van volgelingen. Onderweg legt hij o.a. aan bij de Uilenspiegelclub, de jeugdclub van het familieweekblad van de CPN, waar het stel in de redactie zat; bij de studentenbeweging in de jaren zeventig en bij het einde van de CPN.
Het is een verhaal dat gedrenkt is in nostalgie, spijt, waardering en schaamte. Maar bovenal is het een terugblik op ruim een halve eeuw links idealisme..
Stephan Steinmetz (1956), was o.m. voorzitter van Stadsdeel Zeeburg in Amsterdam. Als journalist publiceerde hij in De Groene Amsterdammer en Intermediair. Hij schreef eerder ‘Le petit train. De verdwenen trein naar de Mont Ventoux’, ‘De brievenbus van mevrouw De Vries. Gek makende post van onze semi-overheid’ en ‘Asterdorp. Een Amsterdamse geschiedenis van verheffing en vernedering
-----------
Inhoudsopgave
INLEIDING
DE LEGE WIEG - 1939-1958
DE WIEG VAN DE ARBEIDERS - 1956-1968
DE WIEG VAN KUNSTENAARS EN STUDENTEN - 1968-1977
DE WIEG ZONDER PARTIJ - 1977-2015
Verantwoording
Bronnen
Verantwoording illustraties
Namenregister
Colofon
------
Uit het boek:
INLEIDING
Eigenlijk is het een rotding. Bijna alle ouders die de wieg in huis hebben gehad, moesten dat even kwijt aan het slot van het gesprek. Je stootte je schenen tegen de uitsteeksels, de bodem was te smal, het bekleden van de huif leverde nekpijn op en in zijn geheel was hij juist weer te groot. Bij sommige aanstaande ouders kon hij niet eens door de deur.
Nee, gebruiksgemak is niet de reden dat jonge ouders nog steeds staan te trappelen om de wieg op te halen (…)
Nadjezda lag eind jaren vijftig als eerste kind in de wieg. Baby Gijs, geboren in 2015, is op het moment de laatste. Tussen Nadjezda en Gijs in hebben 44 kinderen van 27 ouderparen in deze wieg gelegen. Aanvankelijk waren het borelingen uit communistische gezinnen uit Amsterdam, een kring die via vrienden en kennissen steeds verder uitdijde.
Het is geen regel dat de gebruikers communist moesten zijn, maar in de praktijk kwam het hier vaak op neer. Alle vrienden en kennissen behoorden immers tot deze linkse kerk, door de Koude Oorlog destijds verkerend in een afgesloten compartiment van de samenleving. Nadat in de jaren zestig de dooi was ingetreden en de partij in de jaren zeventig zelfs salonfähig werd, voegden activisten uit de studentenbeweging zich hierbij. Een periode die ik als student van nabij heb waargenomen; ik was toen als het ware maar één handdruk van de wieg verwijderd.
Na het ter ziele gaan van de Communistische Partij Nederland – in 1991 werd de CPN opgeheven – bleef de wieg dienst doen in een verbrokkeld gezelschap, uitgewaaierd over verschillende linkse partijen en actiegroepen. De wieg bleef ook in gebruik bij de nazaten van de communistische gezinnen van het eerste uur: Schokker, Metz, Van Gellekom, Schmidt.
Theodor Schokker had al snel nadat hij de wieg voor het eerst had uitgeleend, een briljant idee: de ouders moesten de naam van de baby plus het geboortejaar in de houten bodem van de wieg schrijven en bij het terugbrengen van de wieg een geboortekaartje inleveren. Dankzij deze spelregels is de gang van de wieg door de decennia heen gedocumenteerd.
Een van de voormalige gebruikers, Martin Veltman (zijn dochter lag in 1981 in de wieg), raakte hierdoor geïnspireerd. Samen met enkele vrienden heeft hij de De Wieg van hoofdletters voorzien. Het werd een ambitieus project, compleet met een website, fotomateriaal, een webdocumentaire, een expositie en van tijd tot tijd een reünie voor de ‘wiegelingen’.
En nu dus een boek.
(…)
We moeten de betekenis van deze tocht door het recente verleden klein houden. Het was en is maar een wieg. Alleen heeft deze wieg zoveel gezien en gehoord dat het een bijzondere reisleider is geworden.
Het echtpaar Schokker-Metz is begonnen met het vastleggen van het wiegeleven. Het ware begin van het verhaal moeten we echter elders zoeken. En eerder, in de slotjaren van de Tweede Wereldoorlog om precies te zijn. We verplaatsen onze aandacht naar Utrecht, naar twee jonge communisten die – stapelverliefd op elkaar – tijdens de bevrijdingsfeesten dromen van een nieuwe wereld. Ze zijn zwanger van de nieuwe tijd. Om het nieuwe leven te beschutten krijgen ze van een vriend een wieg.
De Wieg.